Beeld: Maciej Olzewski
Publicatiedatum: December 2024
‘Het kan er wel mee door, deze beek. Ik moet nog even wennen, ik kom net boven. Jarenlang leefde ik onder water, als larve tussen de waterplanten. Toen kroop ik langs een stengel omhoog, trok mijn jasje uit, strekte mijn vleugels en keek om me heen.’
Het was niet te doen
‘Lange tijd vonden mijn soortgenoten het langs deze beek verschrikkelijk. Het was saai, helemaal recht en strak, zonder gezellige hoekjes. Maar het was verder ook gewoon niet te doen. Te weinig zuurstof in het water, geen schaduw. Soms dreef de mest door de beek. De vissen zie je dan naar lucht happen, maar onze lijdensweg blijft onzichtbaar. Al onze larven legden het loodje.’
Water moet strómen
‘Kijk, alledaagse waterbeestjes als muggenlarven en bloedzuigers nemen genoegen met elk ordinair plasje water. Maar een juffer als ik? Ik stel eisen aan mijn omgeving. Het moet goed zijn, anders ben ik weg. Als je mij doodongelukkig wil maken, zet je mij bij een stilstaande sloot met vies stinkend water.’
‘Allereerst: water moet strómen. Kleine watervalletjes zijn ideaal. Al dat gespetter zorgt voor zuurstof in de beek. Dat hebben mijn familieleden onder water hard nodig. O, en het water moet natuurlijk schoon zijn. Gelukkig begint het er hier op te lijken. Langs de beek loopt een kleiner stroompje. Het water kabbelt er fijn. En er zijn veel beschutte plekjes, met hier en daar zon.’
Een gevoelig type
‘Ik mag dan veeleisend zijn, maar zie het als een eer dat ik hier weer rondvlieg. Als ik ergens kan leven, betekent het dat het water er gezond is. Ik ben een soort natuurlijke watertester. Geen dank, hoor.’
Met dank aan: Bram Spierings, ecoloog bij waterschap Aa en Maas. Hij werkt onder andere aan beekherstelprojecten in het oosten van Noord-Brabant.