Beeld: Jeffrey Wegerink
Publicatiedatum: September 2025
Waar gaat het programma Haarvaten op Peil over?
‘Haarvaten op Peil gaat over kleine waterlopen: denk aan beekjes, greppels en kleine sloten. Deze wateren zitten bij het begin, en door de hoogte van het Dinkeldal, ook hoog in het watersysteem. Door daar water meer vast te houden willen we de natuur en landbouw beter voorbereiden op voornamelijk droge tijden en daarnaast wateroverlast benedenstrooms voorkomen. Afgelopen jaren zijn we namelijk flink geconfronteerd met droogte in ons gebied. 2018 was echt een wake-up call. We hebben ons gerealiseerd dat binnen ons watersysteem veel is ingericht op de afvoer van water. Dus moet je steeds meer nadenken over het vasthouden van water. Wij zijn van mening dat je dan maatregelen moet treffen bij het begin, hoog in het watersysteem. Waterschap Rijn en IJssel doet iets soortgelijks met grondeigenaren. Het programma is een samenwerking tussen Waterschap Vechtstromen, provincie Overijssel, Waterschap Drents Overijsselse Delta, beheerders van natuurgebieden en particuliere grondeigenaren.’
Welke maatregelen hebben jullie getroffen?
‘Waar het kon, hebben we in natuurgebieden beekbodems verhoogd. Dat zorgt ervoor dat slootwater minder snel wordt afgevoerd. Dat zijn grote maatregelen. Daarnaast hebben we bestaande, vaste constructies in beken regelbaar gemaakt. In de watergangen van agrariërs hebben we kleine droogtestuwtjes geplaatst. Ook bestaande drainagesystemen hebben we regelbaar gemaakt. Om de effecten van die maatregelen te meten, plaatsten we peilbuizen en bodemvochtmeters en vullen we dat aan met monitoring.’
‘We gaan eerst in gesprek en kijken samen met de omgeving hoe we een bijdrage kunnen leveren aan een gezamenlijk doel.’
Met wie werken jullie allemaal samen en hoe gaat dat?
‘De ‘haarvaten’ bevinden zich meestal op de grond van natuurbeheerders, gemeenten, agrariërs, landgoederen en grondgebruikers. Droogte tegengaan begint dus aan de keukentafel. We gaan eerst in gesprek en kijken samen met de omgeving hoe we een bijdrage kunnen leveren aan een gezamenlijk doel. Dat is deels ook noodgedwongen: in ons beheergebied hebben we te maken met hoge en lagergelegen gebieden. Ten tijde van droogte hebben we bij de hoger gelegen gebieden geen mogelijkheid om water aan te voeren. Dus moet je in die gebieden wel gezamenlijk optreden, ‘noaberschap’ is nodig. Wat je als maatregel inzet, heeft effect op zowel je bovenstroomse als benedenstroomse buur.’
‘De participatie in dit project is ongekend. Bij de eerste bijeenkomst eind 2022 kwamen ruim honderd geïnteresseerden, en nog steeds is er veel animo. Een mooi resultaat van de samenwerking is het gezamenlijk omvormen van de bestaande drainage, dat het hele jaar door langzaam water afvoert, naar een regelbaar drainagesysteem. Het regelbaar maken komt ten goede van de gewassen van de boeren en voorkomt pieken op het watersysteem. Onze filosofie is dat de gezamenlijke maatregelen het liefst ook de hele omgeving helpen. Elk halfjaar evalueren we met elkaar.’
Wat zijn noemenswaardige resultaten van het programma?
‘Wat we normaal in deze zomerperiode zien, is dat beken die water moeten afvoeren leeg staan. Waar we dit nu regelbaar hebben gemaakt, zie je water staan. Dat zijn direct zichtbare effecten. Maar het gaat verder: op gebied van samenwerking zijn grote stappen gezet. Door bewustwording te creëren en ervaringen te delen gaan grondgebruikers ook zelf ideeën aandragen om water langer vast te houden. We zien echt ambassadeurs ontstaan.’
Wat kan er beter bij de volgende gebieden waar jullie maatregelen gaan nemen?
In de uitvoering hebben we ook te maken met de bedrijfsvoering van boeren: wanneer wordt er bijvoorbeeld geoogst, bemest en ingezaaid? Dat vraagt ‘aan de voorkant’ meer planning, daar moet je echt rekening mee houden. We communiceren al veel, maar dat moet nog actiever en vaker plaatsvinden. Ook nazorg is belangrijk. Als er een stuwtje is geplaatst, moeten we contact blijven houden en blijven praten met elkaar. Dat vraagt meer energie dan dat ik eerst had ingeschat. Je krijgt met veel factoren te maken, er is veel dynamiek in het gebied. Dat maakt dat die eerste schop in de grond toch nog altijd spannend blijft.’
Eén van de focusgebieden binnen het project Haarvaten op Peil ligt in het Dinkeldal, met name rondom de Roelinksbeek en Voltherbeek. De grote uitdaging in het gebied is dat het in tijden van droogte volledig afhankelijk is van regenwater. Dit komt doordat het op de flank van de stuwwal van Oldenzaal ligt. Er zijn daar geen beken of kanalen die water aanvoeren. In dit gebied is de noodzaak om water vast te houden, groot. Dit kan door regenwater zoveel mogelijk vast te houden in de bodem en grondwater niet onnodig weg te laten lopen via greppels, sloten en beken. Dat spaart niet alleen water voor droge periodes, maar is ook nodig om hoosbuien beter op te kunnen vangen. Zo wordt wateroverlast benedenstrooms voorkomen. Samen met gebiedspartners en grondeigenaren voert waterschap Vechtstromen maatregelen uit tegen droogte en wateroverlast. Dit project beslaat in totaal vijf gebieden en loopt tot 2027.