Beeld: Hans Veurink
Publicatiedatum: Februari 2025
Van een gortdroge Achterhoek tot een kletsnat Rivierenland: in de provincie Gelderland kennen ze de impact van extreem weer. Daarom stelden de Provinciale Staten drie jaar geleden het Regionaal waterprogramma 2021-2027 vast. Met aandacht voor het water- en bodemsysteem, maar ook voor andere maatschappelijke opgaven zoals het verminderen van stikstof en de uitstoot van CO2. Al die opgaven tezamen vragen volgens de provincie om een gebiedsgerichte aanpak. En om pragmatisme, aldus gedeputeerde Harold Zoet (BBB). “Water, bodem, natuur: we hebben in Nederland te maken met opgaven die dwars door elkaar heen lopen. Precies daarom willen we in Gelderland doelen zoveel mogelijk combineren. Zo komen we sneller tot resultaat.”
Burgers en ondernemers in hun kracht
Een goed voorbeeld is de Gelderse Stikstofaanpak, legt Harold uit. “Daarmee werken we niet alleen aan het terugdringen van de stikstofuitstoot in onze provincie, maar nemen we in samenwerking met de waterschappen ook hydrologische maatregelen in Natura 2000-gebieden. Bijvoorbeeld om het grondwater te verhogen en het water beter vast te houden. De natuur is grillig en het extreme weer vergt creatieve maatregelen. Ik merk tijdens mijn werkbezoeken en keukentafelgesprekken dat die creativiteit er ook is. De samenleving is soms veel verder dan wij als overheid zijn. We moeten burgers en ondernemers in hun kracht durven zetten.”
Onnodig ingewikkeld
Of het nu gaat om wateroverlast, landbouw of biodiversiteit: in het Regionaal waterprogramma 2021-2027 zoeken de provincie Gelderland en de drie betrokken waterschappen voortdurend naar de meest effectieve vorm van samenwerken. Met oog voor data en innovatie. “Maar op dat gebied maken we het onszelf in Nederland vaak onnodig ingewikkeld”, stelt Harold. “We zijn altijd lang onderweg voordat we innovaties kunnen toepassen en willen dat pas doen als we er zeker van zijn dat het werkt. Maar wat als het in andere landen al functioneert en zij hun data maar al te graag willen delen? Zij hebben soms het specialisme dat we hier nodig hebben. Laten we die kennis en kunde dan ook benutten.”
Waardering en stimulering
Een ander succesverhaal over het Gelderse waterbeheer komt voort uit het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Dit nationale plan werd al in 2013 in het leven geroepen om de waterkwaliteit en -beschikbaarheid in agrarische gebieden te verbeteren. Honderden Gelderse boeren bereidden hun grond de afgelopen jaren beter voor op weersextremen. Harold: “De agrarische sector zet zich keihard in voor waterbeheer, maar raakt tegelijkertijd waardevolle grond kwijt voor bufferstroken die de waterkwaliteit moeten beschermen.” Deze stroken zorgen er bijvoorbeeld voor dat er niet te veel meststoffen in het water terechtkomen. “Boeren zouden daarom best wat meer waardering mogen krijgen voor hun inzet”, vindt Harold. “Je zal burgers en bedrijven moeten stimuleren om het juiste te doen voor de toekomst. Daarnaast is het aan ons – de provincie én de waterschappen – om goed uit te leggen waarom we bepaalde maatregelen treffen en om de verwachtingen te schetsen. Als je dat doet en goed naar elkaar blijft luisteren, dan vind je oplossingen.”
Elke euro nuttig besteden
Harold kan zich vinden in de pijlers van de waterschapsvisie ‘Samenwerken aan een toekomstbestendig platteland’. “Maar laten we het nu dan ook gaan dóén. Ik zou graag zien dat er in Nederland minder geld gaat naar het proces en meer naar het uiteindelijke doel. Laten we ondertussen elkaars specialismen benutten, met oog voor nieuwe en bewezen technieken uit de samenleving en andere landen.” Tot slot pleit Harold voor experimenten en pilots. En hebben die niet het gewenste effect? “Wees dan ook niet bang om de stekker eruit te trekken en het op een andere manier te proberen. Zo blijf je elke euro nuttig besteden en houd je alle partners aan tafel. En, niet te vergeten: trek je laarzen aan en ga naar de plekken waar al veel moois gebeurt. Ik keer daar altijd enorm geïnspireerd van terug.”