Beeld: Beeldbank Unie van Waterschappen
Publicatiedatum: september 2023
Meer focus op de vervuiler leggen of de vierde zuiveringstrap toevoegen? ‘Het liefst wil je natuurlijk de vervuilende bron aanpakken, zegt Marjan Leijen. ‘Want wat niet in het water komt, hoeven we er ook niet uit te halen. Maar zo zwart-wit is het niet. Er zijn veel bronnen die we moeilijk aan kunnen pakken. Denk aan medicijnresten. We kunnen niet tegen huisartsen zeggen geen medicijnen meer voor te schrijven omdat wij de resten daarvan niet uit het water kunnen krijgen op de rioolwaterzuivering. Dus voor zulke situaties blijft het nodig om ook de vierde zuiveringstrap toe te passen.’
Marianne Poissonnier-Dekker: ‘Het is een opgave voor iedereen. Er ligt zeker een verantwoordelijkheid bij instellingen die grotere lozingen doen. Vroeger wist men niet welke effecten dat had, maar tegenwoordig hebben ze die kennis wel. Dus daar moet naar gehandeld worden. Tegelijkertijd slikken we als inwoners medicijnen en gebruiken we producten met microplastics erin. Dat kun je niet tegenhouden. Die vierde zuiveringstrap moet er dus ook komen, om het watersysteem sluitend te maken.’
‘De vervuiler aanpakken klinkt meteen heel hardhandig’
Draagvlak
Ze gaat verder: ‘Vanuit de BBB kijken we er iets pragmatischer naar: het moet wel mogelijk zijn. Er moet genoeg menselijke capaciteit en financiële ruimte voor zijn om het te realiseren. Die ruimte willen we wel bieden.’
Leijen: ‘Het mooie aan de waterketen is dat die niet politiek gevoelig ligt. Er is een heel breed draagvlak om daar de goede dingen voor te doen. Het zou kunnen dat we verschillen wat betreft het gewenste tempo van realisatie. Maar net als de BBB vindt de PvdA ook dat het wel haalbaar moet blijven. Zo moet de techniek goed uitgekristalliseerd worden. Bij HHNK halen we nu op een van onze zuiveringen via een ozoninstallatie medicijnresten uit het water. Andere waterschappen gebruiken hier andere technieken voor. Het is nu nog niet te zeggen welke techniek waar het beste werkt, dat wordt nog vergeleken. Voordat we alle zuiveringen gaan aanpakken, is het belangrijk dat goed duidelijk te hebben.’
Voor- en nadelen
Welke voordelen geeft het toevoegen van de vierde zuiveringstrap? Poissonnier-Dekker: ‘Het eventueel beschikken over meer zoet water voor plant en land door het verwijderen van medicijnresten en microplastics. Je kunt zo water toevoegen aan je zoetwatervoorraad.’ Leijen: ‘Ook zou beter zuiveren ervoor kunnen zorgen dat er schoner water komt waar mensen kunnen zwemmen. En als je verder de toekomst in kijkt, zou je zelfs kunnen kijken naar het verder opwerken van effluent zodat het als proceswater of koelwater gebruikt kan worden. Daar is geen drinkwaterkwaliteit voor nodig dus zo wordt de druk op drinkwater ook minder.’
Maar er zijn ook nadelen. Leijen: ‘Wat betreft energie kleeft er zeker nog wel een opgave aan het toevoegen van de vierde zuiveringstrap. Bij HHNK hebben we de ambitie om in 2025 energieneutraal te zijn. Maar hoe meer vierde trappen wij toevoegen op zuiveringen, hoe meer energie we moeten opwekken.’
Poissonnier-Dekker: ‘Vanuit Scheldestromen kijken we daar toch anders naar. Energieneutraal is een mooi streven, maar de zuivering van water is in onze visie belangrijker. Als het erop neerkomt dat we de vierde trap niet willen toevoegen vanwege energie, zou ik zeggen dat er ook andere manieren zijn om energie te besparen.’
Hardhandig
In aanvulling op het toevoegen van de vierde zuiveringstrap moet dus ook de vervuiler aangepakt worden. Maar de waterschappen zijn immers geen politieagent. Poissonnier-Dekker: ‘De vervuiler aanpakken klinkt meteen heel hardhandig. Ik denk dat we meer bereiken met positief stimuleren, bijvoorbeeld door subsidies in te zetten.’
Leijen: ‘Ik ben het met je eens: prikkels werken beter dan straffen. Maar ik vind ook dat we soms een knoop moeten doorhakken en moeten zeggen dat we het zo niet meer willen. Denk aan indirecte lozingen. Daar hebben we heel weinig grip op, maar ze zetten wel onze zuiveringen en waterkwaliteit onder druk. Samen met de omgevingsdiensten, Rijkswaterstaat, PWN, gemeenten en de provincie hebben we bij HHNK een programma opgesteld om bij die indirecte lozingen de vergunningen door te lichten om te kijken of daar processen zijn gewijzigd waardoor andere stoffen weer geloosd worden waarvan we niets weten. Zo kunnen we daar vervolgens handhaving opzetten.’