Beeld: STOWA
Publicatiedatum: Februari 2025
Dorien Lugt, adviseur water en klimaat bij onderzoeks- en adviesbureau HKV, was als onderzoeker betrokken bij het STOWA-rapport. Het doel: meer inzicht in de invloed van de nieuwe klimaatscenario’s op de neerslagstatistieken. ‘Dat zijn tenslotte de data die waterschappen benutten bij het inrichten van hun watersysteem. Op hoeveel neerslag kunnen ze in de toekomst rekenen? En welke investeringen zijn er nodig om wateroverlast ook over vijftig jaar zoveel mogelijk te kunnen beperken? Denk bijvoorbeeld aan extra gemalen of bergingscapaciteit.’
Een nauwkeuriger toekomstbeeld
De vorige neerslagstatistieken kwamen uit 2019 en waren gebaseerd op de KNMI-klimaatscenario’s uit 2014. De belangrijkste conclusie is dat het toekomstbeeld onveranderd is: de neerslag wordt extremer en met name korte buien zullen steeds heviger worden. Waarom dan toch nieuwe statistieken? Dorien: ‘Door de nieuwe berekeningen hebben we de bovengrens voor extreme neerslag iets naar beneden kunnen bijstellen. We hebben nu dus een nauwkeuriger beeld van de toekomst.’ Toch is er ook nog veel onbekend. ‘Met name de verandering van korte, hevige buien laat zich moeilijk voorspellen. Worden deze bijvoorbeeld ook groter in omvang? Daar hebben we nog veel over te leren.’
Balans tussen risico’s en kosten
De nieuwe neerslagstatistieken bieden waterschappen onder andere inzicht in de balans tussen risico’s en kosten, vertelt senior adviseur hydrologie Rudolf Versteeg van waterschap Zuiderzeeland. ‘De nieuwe statistieken bevestigen dat we ons watersysteem continu tegen het licht moeten blijven houden. Welke investeringen zijn er nodig om het risico op toekomstige wateroverlast te verminderen? En hoe wegen de maatschappelijke kosten en baten van deze investeringen tegen elkaar op? Neerslagstatistieken helpen ons bij het uitvoeren van dit soort analyses.’
Compensatiemaatregelen
De nieuwe neerslagstatistieken maken het ook mogelijk om watersystemen nauwkeuriger te toetsen aan de regionale normen voor wateroverlast, legt Rudolf uit. ‘Ons gebied kent veel hoogwaardige landbouw. In die zin kunnen maatregelen tegen extreme neerslag ook hoge baten hebben. Bijvoorbeeld als blijkt dat we met extra bergingsruimte of gemaalcapaciteit in de toekomst mogelijk een deel van de oogst kunnen redden.’
Rudolf noemt nog een gevolg van de nieuwe neerslagstatistieken. ‘In ons gebied neemt de verstedelijking toe. Hoe meer wegen en daken er worden aangelegd, hoe sneller de waterafvoer bij forse neerslag. Daarom hebben we afspraken met gemeenten over compensatiemaatregelen, bijvoorbeeld in vorm van wadi’s of de aanleg van waterpartijen. Maar die afspraken zijn nog gebaseerd op oude neerslagstatistieken. Uit berekeningen met de nieuwe statistieken blijkt dat er in stedelijk gebied tot twee keer zoveel compensatie nodig is als we al het extra water willen opvangen. Samen met de gemeenten proberen we daar nu een weg in te vinden.’
