Beeld: Robert Seip
Publicatiedatum: Mei 2025
‘Of ik het geen vies idee vind om mijn ontbijt te vangen in een rioolwaterzuivering? Och welnee, dat water wordt zo goed gezuiverd tegenwoordig, dat durf ik wel aan. En dat is een compliment hoor, want wij ijsvogels zijn kritische jongens.
Omdat ik op het zicht jaag, is het belangrijk dat het water kristalhelder is. Een beetje stroming, dat vind ik ook altijd fijn. Muisstil zit ik op een tak naar het water te loeren. Mijn scherpe ogen kunnen zelfs de kleinste bewegingen onder het water zien. Komt er een visje langs, dan duik ik als een pijl het water in. Mijn topsnelheid is tachtig kilometer per uur. Raak! Eet smakelijk. En repeat. Dit doe ik zo’n twintig keer per dag.
Lekkere steile wandjes
Mijn familie groeit als kool: in Nederland is steeds meer aandacht voor waterkwaliteit en oeverbeheer. En daardoor zijn er meer visgronden met helder, licht stromend zoet water én fraaie nestplaatsen voor ons. Van die lekkere steile oeverwandjes. Of de kluit van een omgevallen boom. Daar maken we graag gebruik van.
Een ander voordeel zijn de zachte winters van tegenwoordig. Hoewel mijn naam anders doet vermoeden, heb ik namelijk een hekel aan ijs. Die snoekduik in het water komt op een ijsplaat hard aan, dus een strenge winter kost altijd veel familieleden.

Opvallend onzichtbaar
Als meest kleurrijke vogel van Nederland ben ik een opvallende verschijning. Toch zien mensen me niet vaak: ik blijf liever een beetje in de luwte. Ik heb graag rust aan m’n kop. Ook van m’n soortgenoten hoor. Alleen in het broedseizoen vind ik het wel gezellig om een dame aan mijn zijde te hebben. Al ben ik er dan ook altijd erg druk mee om al die andere blauw-oranje patsertjes uit mijn territorium te jagen. Maar eh, ik moet gaan, want ik begin weer trek te krijgen.’
Met dank aan ecoloog Wim Twisk en fotograaf Robert Seip van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.