Beeld: Ed Lonnee en Roel Kleinpenning
Publicatiedatum: september 2023
Voor Remco Bosma is de cirkel rond. Toen hij als ingenieur waterbeheer in 1998 de nieuwjaarsreceptie bijwoonde van toenmalig dijkgraaf Hans van der Vlist, raakte hij gefascineerd door het ambt. ‘Op een dag dijkgraaf worden werd een stip op de horizon,’ vertelt hij. Na een mooie carrière in het openbaar bestuur is hij sinds begin dit jaar dijkgraaf van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.
Fien Snelting belandde meer per toeval bij de waterschappen. In haar woonplaats Megchelen, een dorpje dicht bij de Duitse grens, stoorde ze zich aan de grote hoeveelheid zwerfafval langs de weg. Ze begon presentaties te geven op basisscholen over zwerfafval, waar een lokale krant een artikel over schreef. Waterschap Rijn en IJssel vroeg haar vervolgens om jeugdbestuurder te worden.
Conceptuele lenigheid
In Rijn en IJssel is droogte de grootste uitdaging voor de waterschappen, vertelt Snelting. ‘Natuur en gewassen van boeren hebben veel water nodig, maar dat is er soms gewoon niet. Daar moeten we maatregelen voor nemen.’ In Hollands Noorderkwartier is het ‘net andersom’, weet Bosma. ‘Wij liggen voor zo’n 80 procent onder NAP en omdat we een uitstulping van de Randstad zijn, is er druk op de ruimte.’
Om dat in goede banen te leiden, dienen de waterschappen zich anders op te stellen dan voorheen, denkt Bosma. ‘We moeten conceptueel lenig zijn. Enerzijds is het van belang om rolzuiver te blijven in de uitvoering, anderzijds moeten we onze organisaties assertiever maken. We moeten niet blijven hangen in de traditionele rol van wachten en toetsen, maar meer meedenken en -ontwikkelen. De lange periodes van droogte, de hevige hagelbuien: het besef is wel doorgedrongen dat we aan de slag moeten voor een leefbare toekomst.’
Symbolische zetel
In het raadhuis in Bergen zag Bosma een zogenoemde toekomststoel staan, een zetel in de vergaderzaal die symbolisch gereserveerd is voor toekomstige generaties. Hij vraagt zich af: hoe kijkt Fien daar tegenaan? Snelting: ‘Mooi, zo’n symbool, en belangrijk, omdat er nu vooral ouderen in het bestuur zitten. Wij zijn een jeugdbestuur, maar besturen niet echt. Het zou mooi zijn als wij iets te zeggen hebben over onze toekomst. We moeten nog veel verder vooruitkijken dan alleen de komende 25 jaar.’
Nieuwe denkwijzen
Bosma reageert: ‘Wij denken zeker na over hoe we de toekomstige generatie beter kunnen omarmen. Wij hebben gelukkig een 24-jarige bestuurder en meerdere medewerkers onder de 30 jaar.’ Hij lacht: ‘Het oude beeld van een dijkgraaf die met een glas cognac en een dikke sigaar in een chesterfield zit, klopt echt niet meer. Dat neemt niet weg dat we druk bezig zijn jongeren meer verantwoordelijkheid te geven en bij ons werk te betrekken.’ Dat leidt hem tot de volgende vraag aan Snelting: ‘Als bestuurder heb ik soms de neiging om de bal ver weg te trappen en te zeggen: dit is wat we willen over 75 jaar. Om te bepalen wat je ideale situatie zou zijn, puur vanuit ambitie. Vanuit dat vertrekpunt gaan we dan praten. Lijkt jou dat een goed idee, Fien?’ Snelting: ‘Dat lijkt mij op zichzelf een goede manier, hoewel die misschien niet altijd tot realistische plannen leidt. Maar zo ontstaan er in ieder geval wel denkwijzen die heel nieuwe ideeën naar boven brengen.’ Ze vervolgt: ‘Veel jongeren weten nu misschien nog niet hoe het precies werkt, maar hebben toch vaak goede ideeën. De toekomst is al snel en volgens ons wordt er nog te weinig gedaan. De knop moet om, zodat men jongeren ook een keer om hun mening vraagt. Daar hoeven de waterschappen vervolgens heus niet altijd iets mee te doen, maar wij kunnen wel net even een andere visie brengen.’
Hard op de inhoud
Snelting heeft ook een vraag voor Bosma: wat vindt hij lastig in zijn werk? Bosma: ‘We maken de wereld heel complex, met allerlei regelgeving. Soms moet je het lef hebben om de regels opzij te zetten, om zo te komen tot een nieuwe werkelijkheid. Waterschappers zijn enorm betrokken en hebben grote interesse in hun vakgebied, maar bestuurlijk zijn we niet altijd bezig met het opzoeken van de scherpe randjes. Zacht zijn op de relatie is goed, maar we mogen best wat harder worden op de inhoud.’ Bosma is in ieder geval verheugd om zich daar de komende 6 jaar mee bezig te houden. Is Snelting net zo gegrepen door het openbaar bestuur? ‘Ik blijf me hier altijd voor inzetten, al weet ik nog niet in welke functie of organisatie. Ik hoop dat jongeren meer te zeggen krijgen, dus blijf doorgaan met het geven van een stem aan jongeren in uw waterschap.’ Bosma besluit: ‘Weet je wat? Ik ga met een paar gastlessen mee op scholen. Dan neem ik dat weer mee het algemeen bestuur in.’