Beeld: Martijn Bravenboer
Publicatiedatum: Februari 2025
We treffen Toon net na de jaarwisseling, op zijn eerste officiële dag als pensionado. De locatie is zijn eigen keuze: de IJsseldijk net buiten Ouderkerk aan den IJssel, ter hoogte van de oude gereformeerde kerk. In de berm staat een bordje over de Watersnoodramp. ‘Zeker hier kent iedereen het verhaal van het schip bij Nieuwerkerk aan de overkant, dat daar in de dijk werd gevaren om de doorbraak te stuiten en de Randstad te redden’, vertelt Toon. ‘Maar wat veel mensen niet weten, is dat de dijk aan deze kant van de rivier vrijwel gelijktijdig doorbrak en daamee ook de druk op de overkant verlaagde. Precies op de plek waar we nu staan, stond destijds een huis. Het werd in de vroege ochtend van 1 februari 1953 volledig weggespoeld en de bewoners, broer en zus Rijkaart, verdronken. Dat is helaas wat er kan gebeuren als we onze dijken niet op orde hebben. In mijn tijd bij het waterschap heb ik het verhaal meerdere keren verteld.’
Polderen op z’n best
Tot dertig jaar geleden kende Toon het waterschap alleen van de acceptgiro. Hij was in die tijd ondernemer in de glas- en tuinbouwsector. Een antwoord over de opbouw van de in Toons ogen forse rekening riep alleen maar meer vragen op. Hij besloot zich verkiesbaar te stellen als AB-lid, werd verkozen en raakte direct gecharmeerd van de inhoud. ‘Mijn moeder was wethouder en later burgemeester, dus ik kreeg thuis veel mee van de lokale politiek. De verdeling en strijd tussen oppositie en coalitie: ik heb het altijd zinloos gevonden. Het hing dus van je positie af of je iets wel of geen goed plan vindt? Als AB-lid kwam ik er al snel achter dat waterschapsbestuurders veel meer openstonden voor elkaars argumenten. Nieuwe collega’s met een verleden bij een andere overheid moesten soms wennen aan dat gegeven. Ze vonden het niet verheffend of een gemiste kans zich te onderscheiden als er unaniem voor een bepaald besluit was gestemd. Maar voor mij is dat juist bij belangrijke beslissingen het mooiste wat er kan gebeuren. Het betekent dat je, met alle kennis, belangen en argumenten op tafel, het voorstel dusdanig hebt weten te verbeteren dat het dan het optimale is en iedereen zich daarin gehoord voelt. Ik sluit niet uit dat die besluitvorming ook bestendiger is en succesvoller in de uitvoering.’
Existentieel werk
Toons pensioen had eigenlijk al anderhalf jaar eerder in kunnen gaan, maar het juiste moment om afscheid te nemen was nog niet daar. ‘Het waterschap vierde haar 750-jarig bestaan, er was net een nieuw college en we zaten bijna een jaar zonder secretaris-directeur. Nu zijn we compleet, is iedereen ingewerkt en kan ik het met een gerust hart overdragen. Dat moet ook wel, want het werk van waterschappen is zó belangrijk. Mensen zeggen weleens dat we essentieel zijn, maar ons werk is zelfs existentieel. Nederland is een zeer dichtbevolkt, druk en welvarend gebied dat diep onder zeeniveau ligt. Zonder het waterschap kunnen mensen hier niet leven.’
Vanuit de existentiële rol die Toon schetst, komt het gesprek al snel uit bij het dijkversterkingsproject Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard (KIJK). In de komende vijf jaar wordt de IJsseldijk tussen Krimpen aan den IJssel en Gouderak versterkt en verhoogd, 10,5 kilometer in totaal. Uitstel is geen optie, aldus Toon. ‘De bodem daalt, de zeespiegel stijgt, de rivierafvoeren worden grilliger. We kunnen het ons niet permitteren om nog later te beginnen. De bewoners en bedrijven op en achter de dijk hebben recht op bescherming. Ik ben trots op het draagvlak dat we bij hen hebben weten te creëren. Door te vertellen waarom dit project zo hard nodig is, maar ook door transparant te zijn en de mensen uit te nodigen om mee te denken. Bewoners hebben zelfs meegetekend met het ontwerp van sommige stukken dijk. Zulke samenwerkingsverbanden zullen ook in de toekomst hard nodig zijn. Er is nog veel nodig om ons land duurzaam en klimaatbestendig te maken. We mogen daarom geen tijd en geld verspillen.’

Niet wegkijken
Toon weet als geen ander hoe lastig de dijkversterkingsopgave is. Maar wegkijken en uitstellen, dat staat niet in zijn woordenboek. ‘We kampen in ons land nu met een aantal problemen die men lange tijd niet durfde aan te pakken en genegeerd werden. Denk aan stikstof en de toeslagenaffaire. Het gemeenschappelijke kenmerk is dat hoe langer we wegkijken, hoe ernstiger en duurder het wordt. De maatschappelijke opgaven waarvoor we staan, vragen veel van de nieuwe generatie waterschappers. Wij zeggen wel eens: als jongere heb je de toekomst, maar dan moet je ‘m ook máken. Mijn advies is: kijk niet weg, maar ver vooruit en met een brede blik. Veel hangt met elkaar samen en moet je dus integraal aanpakken. Daar heb je anderen bij nodig. Wees actief. Pappen en nathouden is niet de opgave van de jongere generatie bestuurders.’
Een geweldige club
De laatste weken van 2024 stonden voor Toon in het teken van afscheid nemen. ‘In het begin vond ik de lovende afscheidspraatjes na elk laatste overleg eigenlijk niet leuk. Ze deden me beseffen dat ik er straks niet meer bij zou horen. Maar het uiteindelijke afscheid van alle collega’s en relaties was prachtig. Het afscheid een week later van de organisatie was een enorme verrassing en de kers op de taart. Ik werd ’s ochtends thuis opgehaald met een busje, samen met mijn vrouw. Vervolgens werd ik op diverse locaties van het waterschap aan het werk gezet en uitgetest: van zandzakken vullen en sneeuw schuiven tot watermonsters nemen. Ik kon gezien de uitslag bij elke afdeling vervolgens vrijwilliger worden, werd er gegrapt. In mijn laatste weken voelde ik zó veel warmte van deze geweldige club. Hoe bevlogen waterschappers ook zijn op de inhoud, uiteindelijk is ook dit mensenwerk. Het zijn vaak je collega’s en degenen om je heen die je drijven om het net nog iets beter te doen en een stap extra te lopen.
