Zoeken    |    Adverteren    Abonneren
dijkgraaf Tanja Cuppen
dijkgraaf Tanja Cuppen
Bestuurszaken
De dijk op met dijkgraaf Tanja Cuppen

Van bankensector naar Waterschap Rivierenland

 3 tot 5 minuten leestijd.
Na een rijke carrière in de bankensector maakte Tanja Cuppen eind vorig jaar de overstap naar Waterschap Rivierenland. Hoe kijkt ze terug op haar eerste maanden als dijkgraaf? En wat is haar visie op de toekomst?


We ontmoeten Tanja op ongetwijfeld de meest bijzondere vergaderlocatie van Waterschap Rivierenland: de brugwachterswoning bij het Gemaal Mr. Dr. G. Kolff in Hardinxveld-Giessendam. Het huis dateert van 1907. Toen bestond het huidige gemaal ernaast nog niet en het 160 jaar oude stoomgemaal erachter moest nog door vier mensen tegelijk worden bediend. Sinds een paar jaar is de brugwachterswoning eigendom van het waterschap. Een strategische aankoop, want ernaast moet in 2030 een extra gemaal zijn gerealiseerd voor de aan- en afvoer van water via de Beneden-Merwede. Tanja vertelt erover alsof ze al jarenlang in het vak zit. En dat terwijl ze pas eind vorig jaar de overstap maakte naar de waterwereld. In het huis waar tweede gemaalmachinist Martin Visser decennialang woonde, spreken we uitgebreid over Tanja’s verleden en visie op de toekomst.

Een mythisch verhaal

Tanja groeide net buiten het beheergebied van het waterschap op, in het Noord-Brabantse Beers. Niet in Rivierenland dus, maar wel in rivierengebied. Het dorpje stond in de internationale waterwereld bekend om de Beerse Overlaat: een plek waar bij hoogwater de Maas over de dijken mocht overstromen. ‘In dat gebied, op de klei, stond de boerderij van mijn ouders’, vertelt Tanja. ‘Na de overstromingen op 31 december 1925 werd besloten dat de Maas moest worden gekanaliseerd en de dijken moesten worden versterkt. Daardoor werd de Beerse Overlaat overbodig en volgde uiteindelijk in de jaren 40 de definitieve sluiting. Ter herinnering werd er in het dorp een beeld geplaatst van drie mannen met zandzakken en schoppen. Thuis stond er een miniatuur van het beeld op onze schouw. Een mythisch verhaal, dat veel indruk op me heeft gemaakt. Het voelt daardoor alsof de cirkel nu rond is.’

‘Voor sterke dijken is letterlijk en figuurlijk veel draagvlak nodig’

Bewustwording en begrip

Koeien melken kan Tanja nog steeds, maar ze liet het boerenleven achter zich voor een studie Econometrie in Groningen. Ze werkte daarna ruim twintig jaar voor de Rabobank en was de laatste zeven jaar Chief Risk Officer bij ABN AMRO. Tijdens bezoeken aan Californië zag Tanja hoe meren waren veranderd in zoutvlakten, door de aanleg van een kanaal voor drinkwater naar Los Angeles. En in Beijing liep ze tot haar enkels in het water na een hoosbui. ‘In mijn tijd bij ABN AMRO begonnen we ons te verdiepen in klimaatverandering. Met scenario’s maakten we inschatting van de impact op de samenleving en met name een inschatting van de financiële schade. Op de financiële sector, maar ook op de maatschappij als geheel. We zagen dat een groot deel van Nederland zich nauwelijks bewust is van de mogelijke effecten. Weten bedrijven in kwetsbare gebieden dat ze bij piekbuien relatief veel risico lopen op wateroverlast? En beseffen burgers die in de uiterwaarden wonen dat ze niet verzekerd zijn tegen overstromingen? Langzaam maar zeker drong het tot me door dat we macroproblemen zoals klimaatverandering ook op microniveau moeten oppakken. We kunnen immers geen paraplu boven een polder houden. En als er een piekbui valt, is de polder een badkuip zonder afvoer. We moeten als maatschappij niet denken dat we alles kunnen uitsluiten, maar moeten de risico’s veel beter leren begrijpen en inzien dat we ons daar maar voor een deel tegen kunnen wapenen. Aanpassingen zoals geen dure apparatuur in kelders of betegelde vloeren in gebieden die hoog risico lopen bij piekbuien, zijn maatregelen om de schade op microniveau te beperken.’

‘Door mijn ervaring met risicomanagement in te brengen hoop ik het systeem veerkrachtiger te kunnen maken. Ook bij verstoringen’

Veerkracht en kreukelzones

Tijd om de laarzen aan te trekken, ook al ligt de dijk langs het Kolff-gemaal er droog bij. ‘Het is nu half april, de rivieren staan laag. We weten dat er weinig sneeuw ligt in de Alpen en er dus weinig smeltwater deze kant op komt’, aldus Tanja. ‘In de komende decennia kan de droogte nog veel extremer worden. Wie krijgt dan hoeveel water en zijn we daarop voorbereid? En wat kunnen we nu al doen aan waterbesparing? Daar moeten we vandaag al over nadenken, niet pas als het een acuut probleem is.’ Het brengt Tanja bij een ander urgent vraagstuk: weerbaarheid, in de breedste zin van het woord. Ze refereert aan de geopolitieke ontwikkelingen. ‘Hoe kwetsbaar zijn wij als waterschap bij een stroomstoring, cyberaanval of een tekort aan grondstoffen? En kunnen we ons daar nu al op voorbereiden? We vinden het heel normaal dat elke auto airbags heeft, maar op veel vlakken bouwen we geen ‘kreukelzone’ in. In die zin hoop ik mijn ervaring met risicomanagement in te brengen en het systeem veerkrachtiger te maken. Ook bij verstoringen.’

Grenzen aan maakbaarheid

De 750-jarige historie van de Alblasserwaard, de aandacht voor hittestress in Nijmegen, de evacuatie van het Rivierenland in januari 1995: het zijn de verhalen van de vele mensen die Tanja al sprak in haar beginperiode als dijkgraaf. Ze is in nog geen half jaar al een stuk wijzer geworden over de omgeving waarin ze is terechtgekomen. Dat geldt logischerwijs ook voor de dijkversterkingsopgave. Waterschap Rivierenland beheert ruim 500 kilometer dijk en heeft binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) de grootste klus te klaren. Tanja: ‘De dijken die we nu versterken, hebben we de afgelopen decennia al vaker aangepakt. En we zullen er in de toekomst nog vaker aan het werk moeten, soms letterlijk voor de deur van burgers en bedrijven. De vraag zal zijn of we woningen en bedrijven kunnen blijven sparen. Voor sterke dijken is letterlijk en figuurlijk veel draagvlak nodig.’ Het is volgens Tanja zoeken naar de juiste manier om daarvoor te zorgen. ‘Ik spreek met AB-leden die in 1995 geëvacueerden opvingen. En ook met agrariërs die met hun vee het gebied toen moesten verlaten, niet wetende hoe ze aan voer en drinken moesten komen. Ons gebied ademt historie en er komen hier zó veel elementen samen. Daardoor realiseer ik me steeds meer dat er grenzen zitten aan onze maakbaarheid. Als dijkgraaf bevind ik me in een omgeving waarin ik het verschil kan maken. Het is een mooi vak!’

Tanja Cuppen
LinkedInWhatsAppEmail
LinkedInWhatsAppEmail
 
 

Ook interessant

Anieke Kranenburg is 28 jaar en algemeen bestuurder bij waterschap Vechtstromen
Bestuurszaken
Nieuwe garde in waterschapsbestuur

Jong… maar zeker niet onervaren

 2 tot 4 minuten leestijd.
portret van Japke-d. Bouma
Bestuurszaken
Interview

Iets helder uitleggen is ontzettend hard werken

 4 tot 6 minuten leestijd.
Herman Havekes is jurist en strategisch adviseur van de Unie van Waterschappen
Bestuurszaken
Zorgen over geld en grondwaterbeheer

Nieuwe hoogleraar pleit voor meer eenvoud

 3 tot 4 minuten leestijd.
Portret foto Jiska Taal, algemeen bestuurder hoogheemraadschap van Delfland
Bestuurszaken
Frisse blik en vertrouwd gezicht

Jiska Taal en Janneke Ottens blikken terug en vooruit

 3 tot 5 minuten leestijd.
De beste artikelen van Waterkracht in jouw inbox

Alles wat je wilt weten over toekomstbestendig waterbeheer!