Beeld: Vincent de Vries
Publicatiedatum: December 2024
Waarom zochten jullie samenwerking met de brandweer?
Odin: ‘Onze zeventig onderhoudsmedewerkers beheren en onderhouden waterveiligheidssystemen in onze regio. Ook zijn we de eerste aanvalsploeg als er iets mis is. Van het plaatsen van een noodpomp bij wateroverlast tot het afsluiten van watergangen bij ernstige vervuiling. Tijdens dat soort calamiteiten waren we de brandweer al vaker tegengekomen. Daarbij groeide het gevoel: we moeten elkaar versterken.’
Linda: ‘We kijken vanuit onze nieuwe afdeling Calamiteiten & crisisbeheersing kritisch naar de organisatie. En we onderzoeken waar we bij crises samen kunnen werken. Een crisis kan alles zijn; van overstroming tot datalek. Bij intensieve situaties of een crisis die langer duurt, kunnen we onze mensen niet inzetten tot ze omvallen. Daarna moeten ze immers weer hun gewone werk uitvoeren. In sommige situaties heb je dus extra handen nodig. We hebben al samenwerkingen met Defensie en de Veiligheidsregio’s. Onze conclusie was dat de brandweer hierop een mooie aanvulling kon zijn.’
Hoe kwam de samenwerking op gang?
Linda: ‘Via de Veiligheidsregio’s legden we de eerste contacten. Soms is het gewoon toevallig dat je de goede mensen treft; er was direct enthousiasme. We hebben toen twee middagen gepland om te kijken wat we samen konden doen. Daar kwamen veel ideeën uit. En ook praktische zaken: van het aantal mensen dat de brandweer kan inzetten tot welke taken wij uit handen kunnen geven. Vanuit dat enthousiasme hebben we de samenwerking verder opgebouwd.’
Linda van Oostrum
Bij welke taken gaan jullie samenwerken?
Odin: ‘De gesprekken leverden een lijst op met acht mogelijke samenwerkingstaken die we het afgelopen jaar samen testten. Hierbij keken we onder andere hoe wij er als waterschap voor kunnen zorgen dat iemand anders ‘ons’ werk kan doen. We merkten dat bij sommige taken specifieke waterschapskennis vereist is. Zo kun je het aansluiten van een noodbemaling en aanzetten van gemalen niet overlaten aan vrijwilligers. De werkzaamheden die we wel positief ervaarden voor de samenwerking? Dat zijn zandzakken vullen en leggen, het plaatsen van noodbemalingspompen en zeil leggen om dijkafschuiving tegen te gaan. Deze werkzaamheden en bijbehorende processen zijn vastgelegd in een onderling akkoord. We beschrijven hierin onder andere het opschalingsproces en de taken, zoals wat de brandweer kan oppakken en onder wiens verantwoordelijkheid de brandweerlieden op locatie vallen.’
Wat zijn voordelen van samenwerking met de brandweer?
Linda: ‘De snelheid van opkomen. De brandweer is gewend om te werken in noodsituaties. Bij een calamiteit komen ze binnen no time met zes brandweerlieden aanzetten. Die groep van zes is een vast team, aangestuurd door een officier van dienst. Zij zijn gewend om samen te werken en te letten op elkaars veiligheid. Dat is heel anders dan zomaar zes mensen bij elkaar zetten. Nog een voordeel is dat er buiten kantooruren, als er bij ons minder mensen beschikbaar zijn, juist veel vrijwillige brandweerlieden paraat staan.’
Wat zijn aandachtspunten?
Linda: ‘We hebben een projectleider aangewezen om de samenwerking structureel op te pakken. De testfase, de training en oefening vergen capaciteit vanuit beide organisaties. Er doen tien korpsen mee in de pilotfase. Alle teams trainden de afgelopen maanden op locatie. Hier kregen ze onder meer uitleg en oefenden ze met het leggen van plastic op een dijk, de zandzakvulmachine en het plaatsen van een pomp.
We merkten verder dat we zelf veel specifieke waterschapskennis hebben. Voor een gebiedsbeheerder is het heel normaal om te praten over peilschalen en stuwdammen. Vanuit onderhoud moet iemand dus altijd de informatie vertalen en extra toelichting geven aan de brandweerlieden. Die taak moet je wel leuk vinden.’
Odin: ‘Daarnaast moeten we er rekening mee houden dat bij langdurige wateroverlast de brandweer ook druk is. Al kunnen er uit andere posten brandweerlieden komen helpen. Zij moeten wel restcapaciteit overhouden als ze mensen inzetten voor het waterschap.’
Is samenwerking al nodig geweest?
Linda: ‘Tot nu toe niet. En we hopen natuurlijk dat het niet nodig is. Al kijk ik ook wel uit naar de eerste keer waarop we echt samenwerken. Om te zien hoe dat in de praktijk werkt.’
Odin: ‘Als het nog drie jaar duurt voordat de eerste crisissituatie zich voordoet, krijgen we misschien het idee dat het niet nodig is. Dus er moet wel een eerste keer zijn. Al is het maar om de samenwerking te integreren en te voelen: dit kan!’