Beeld: Unie van Waterschappen
Publicatiedatum: December 2024
Balans zoek
Erik den Hertog, bestuurslid Unie van Waterschappen en DB-lid bij waterschap Vallei en Veluwe
‘De waterschappen hebben wettelijke taken op het gebied van sterke dijken, en schoon en voldoende water. De manier waarop wij ons beheer en onderhoud in de buitenruimte uitvoeren, moet passen bij een goede uitvoering van die taken. Bij ons staat biodiversiteit hoog in het vaandel. We merken dat de huidige interpretatie van natuurwetgeving onze ambities op het gebied van het versterken van die biodiversiteit juist in de weg zit. Door minder vaak te maaien en het maaisel meteen af te voeren, stimuleren wij biodiversiteit en waterkwaliteit. Dit moet gebeuren met een klepelmaaier, vanwege de dikkere houtgroei die ontstaat als je minder maait. Tegelijkertijd moeten onze uitvoerders op steile taluds en veendijken veilig kunnen werken.
Een klepelmaaier is dan geschikter dan zwaarder materieel dat kan omvallen door de helling van een talud of wegzakken in de slappe bodem. Het uitgangspunt is ‘niet klepelen, tenzij’. Voor een goede uitvoering van onze taken hebben wij zes uitzonderingen gevraagd binnen de gedragscode die nu wordt opgesteld. De uitzonderingen voor biodiversiteit en veiligheid worden niet toegekend en dat betreuren wij ten zeerste. Binnen alle waterschappen en onder ecologen is breed draagvlak voor onze aanpak ‘klepelen 2.0’, maar dat wordt in Den Haag niet gehoord. Wat ons betreft, is de balans zoek. De waterschappen willen op een verstandige manier hun werk doen en een brug slaan tussen de juridische regels en de praktijk in het veld.’
Strengere gedragscode
Anthonie Stip, ecoloog en MT-lid De Vlinderstichting
‘De klepelmaaier is niet goed voor de fauna-biodiversiteit: slechts 5% tot 10% van de insecten overleeft de passage van zo’n machine. Een indirect effect van de klepelmaaier is dat – als het maaisel niet wordt afgevoerd – de vegetatie soortenarmer en ongeschikter wordt als leefgebied voor insecten. Wij pleiten voor afvoer van maaisel en het gebruik van andere maaitechnieken. Maar er zijn uitzonderingssituaties. Want voor extensief beheer (één maaibeurt per twee jaar) langs watergangen is de klepelmaaier eigenlijk de enige geschikte machine. En extensief beheer is vaak beter voor de biodiversiteit. Er wordt nu gewerkt aan een nieuwe gedragscode voor de waterschappen waarin klepelen waarschijnlijk niet is toegestaan.
Binnen de huidige gedragscode waren er diverse uitzonderingen waar de natuur niet van profiteert. Het is goed dat dit herzien wordt. Wij pleiten voor een strengere gedragscode met minder uitzonderingen. Het zou goed zijn als de waterschappen laten onderzoeken wat de ecologische gevolgen zijn van extensief beheer van bermen of slootkanten. Nu is niet bekend of de nadelen van de klepelmaaier opwegen tegen de biowinst van extensief beheer. Speciaal voor aannemers en waterschappen die ecologisch verantwoord willen werken, heeft De Vlinderstichting een keurmerk ontwikkeld, Kleurkeur. We merken dat deze certificering duidelijkheid biedt: als je werkt volgens Kleurkeur Blauw, dan doe je het goed! Wellicht kan dit keurmerk uitkomst bieden in deze discussie.’
Praktijk niet betrokken
Nico Willemsen, beleidsmedewerker Cumela Nederland, brancheorganisatie aannemers
‘Wij zijn niet blij met een mogelijk totaalverbod op klepelen op korte termijn. Als je als aannemer net hebt geïnvesteerd in een klepelmaaier, sta je plotseling tegenover een fors verlies. We zijn als uitvoerende praktijk niet betrokken bij de gesprekken, maar onze ondernemers moeten er over een paar maanden wel mee werken. Wij pleiten voor een ruime overgangsregeling en praten hierover graag mee. De gedragscode ‘Bestendig Beheer & Onderhoud’ van de Unie van Waterschappen vormt een goede basis voor hoe het werk moet worden uitgevoerd, zonder dat specifieke vergunningen nodig zijn.
De nieuwe gedragscode gaat uit van een verbod op klepelen, maar kent een aantal uitzonderingen. Wij steunen de wens van de waterschappen voor deze uitzonderingen, bijvoorbeeld omdat het veiliger is, of omdat er geen goed technisch alternatief is. Voor nieuwe machines zijn flinke investeringen nodig en de nieuwe technieken vergen meer maatwerk: het werk wordt dus tijdrovender en duurder. Een ander aspect is dat de uitvoerder in het werkgebied onderzoek moet doen naar de voorkomende soorten, om daar het beheerplan op af te stemmen. Deze kennis is niet bij elk bedrijf aanwezig en zal via opleidingen of inhuur moeten worden verworven. Sommige opdrachtgevers kiezen ervoor om ecologisch beheer te borgen door het bedrijfscertificaat Kleurkeur voor te schrijven. Daar staat Cumela niet achter. Volgens ons kan dit prima – en goedkoper – via standaard bestekken worden geregeld.’
Gezond boerenverstand
Cor Pierik, Tweede Kamerlid BBB
‘Wij vinden de klepelmaaier een nuttige en breed inzetbare machine, die jaarrond – ook bij slecht weer in het stormseizoen – kan worden gebruikt voor onderhoud aan kwetsbare dijken en steile taluds. Adequaat dijkbeheer en het vitaal houden van de dijklichamen is van groot belang voor de waterveiligheid van Nederland én voor de biodiversiteit. Juist ook als je extensiever beheer nastreeft, is de klepelmaaier een geschikte maaimachine. Doordat je later in het jaar kunt maaien, kun je kwetsbare stroken na de zomer langer met rust laten, wat de flora en fauna ten goede komt.
De positieve gevolgen van extensief beheer op het gebied van maaien en baggeren moeten worden meegenomen in de nieuwe gedragscode Bestendig Beheer & Onderhoud die het ministerie van LVVN en RVO momenteel opstellen. Wij vinden het belangrijk dat de kennis en ervaring uit de praktijk meeweegt in de besluitvorming. Nu lijkt het erop dat de theoretische boekenkennis in Den Haag de boventoon voert. Een brede blik, wat meer realisme en een dosis gezond boerenverstand zou deze gedragscode een stuk werkbaarder maken voor alle betrokkenen.’