Beeld: Jiska Taal en Janneke Ottens
Publicatiedatum: juni 2024
In gesprek met Jiska Taal
Jiska begon vorig jaar als derdejaarsstudent als veruit de jongste in het bestuur van waterschap Vallei en Veluwe. Maar de waterschapswereld is zeker niet nieuw voor haar. Ze zat eerder 4 jaar in het jeugdbestuur bij het hoogheemraadschap van Delfland, waarvan 1 jaar als nationale jeugddijkgraaf van Nederland. Via een oproep door het hoogheemraadschap op haar middelbare school kwam ze op het idee. ‘Ik zocht meer uitdaging naast school en wilde me altijd al graag inzetten voor de natuur.’ Door haar ervaring in het jeugdbestuur koos ze de studie die ze nu bijna heeft afgerond: International Law and Water Management. ‘Er zijn veel verschillende belangen bij de bodem waarop we leven. Daardoor ontstaan conflicten. De een wil het waterpeil hoog, de ander juist laag. Door mijn studie leer ik de werking van de bodem, de invloed van het waterpeil en de werking van irrigatie begrijpen, zowel landbouw- als natuurgericht. Ik wil graag iets betekenen in het oplossen van die conflicten, zodat iedereen er iets aan heeft en gehoord wordt.’
Studie en bestuur combineren
Een paar maanden na het begin van haar bestuurstermijn begon ook Jiska’s stage in Australië. ‘Daardoor heb ik twee bestuursavonden moeten missen. Gelukkig kon ik die terugkijken.’ Nu moet ze weleens een van haar jaarclubborrels afzeggen voor een bestuursbijeenkomst. ‘Maar ik probeer zo veel mogelijk te genieten van mijn studententijd. Ik zoek doordeweeks zoveel mogelijk tijd voor het lezen van bestuursstukken en hou er in het weekend vaak een dag voor vrij. Omdat de stof nog vrij nieuw is, moet ik die vaak twee keer lezen om tot de kern te komen en er een eigen mening over te vormen.’ Hoe ze haar eerste bestuursjaar heeft ervaren? ‘Ik heb veel nieuwe indrukken opgedaan en geleerd, onder meer over hoe het waterschap werkt. Dat is heel waardevol, zeker als watermanagementstudent.’ Maar de jongste zijn in een bestuur waar de gemiddelde leeftijd 55 jaar is, vindt ze soms best lastig. ‘Ik keek in het begin best op tegen de AB-leden. Nu zit ik al meer op mijn plek. Al ben ik nog steeds best nerveus om te spreken en kunnen anderen soms overtuigender hun mening overbrengen. Dat is skill die meer wil ontwikkelen. Maar overall ben ik het afgelopen jaar een stuk volwassener geworden en vind ik het gaaf om het waterschap van binnenuit te leren kennen.’
Toekomstplannen
Na haar bachelor wil ze twee masters gaan doen. De buitenlandstage die daarbij hoort, stelt ze waarschijnlijk uit tot na haar bestuursperiode. ‘Omdat ik gekozen ben als bestuurder voel ik me verantwoordelijk om hier te blijven.’ Op de langere termijn hoopt ze verbonden te blijven met het waterschap, maar ook internationaal te werken. ‘Het liefst ga ik voor de Verenigde Naties aan de slag om conflicten op het gebied van land en water op te lossen. Als kind wist ik al dat ik in het buitenland wilde werken om mensen te helpen die het minder goed hebben dan ik.’ Voor het waterschapsbestuur heeft ze ook een duidelijke toekomstvisie: daar zou ze graag haar generatie beter in vertegenwoordigd zien. ‘De besluiten die we nemen gaan vaak over een lange termijn, van minimaal 15 jaar. Jongeren zijn vaak geneigd om verder vooruit te kijken en hebben andere belangen. Ik zou daar de komende jaren graag een betere afspiegeling in zien.’
In gesprek met Janneke Ottens
Janneke begon 9 jaar geleden in het bestuur van waterschap Zuiderzeeland naast haar werk in de waterwereld, onder andere bij Rijkswaterstaat en een waterschapslaboratorium. ‘Ik was nieuwsgierig hoe ik met mijn kennis kon bijdragen aan het bestuur, en naar het bestuderingsmodel zelf. Dat is best anders dan andere bestuursorganen. Het is functioneler, meer gericht op de uitvoering en op een kleiner gebied dan bij een landelijke overheid. Dat verkleint de afstand tot de materie.’ ‘Het belang van het waterschap zelf staat altijd voorop,’ vervolgt ze. ‘Er komen veel belangen en principes samen in een bestuur, maar uiteindelijk is iedereen bereid te kiezen voor hetzelfde doel: we willen allemaal droge voeten, voldoende en gezond en schoon water. Zo’n overkoepelend, helder en universeel doel verbindt. Tegelijkertijd schept het de discussie: heb je dan nog wel een gekozen bestuur nodig? Ik denk van wel, zeker in het huidige politieke klimaat: het democratische aspect versterkt de binding met de buitenwereld. Keuzes die je als algemeen bestuur maakt, moet je kunnen en willen uitleggen aan je kiezers.’
Trots op bereikte doelen
In Jannekes eerste bestuurstermijn lag haar focus op een duurzaam energieplan voor het waterschap. ‘We hebben inmiddels grote stappen gezet in het elektrificeren van gemalen en het opwekken van eigen energie.’ In haar tweede termijn werkte het bestuur hard aan het verbeteren van de waterkwaliteit. ‘Dat deden we onder meer met ons Deltaprogramma Agrarisch Waterbeheer en door een verdergaande zuivering. En aan de hand van de Kaderrichtlijn Water richtten we ons op de aanpak van normoverschrijdende gewasbeschermingsmiddelen.’ Afgelopen jaar merkte ze bij veel waterschappen een verschuiving naar nieuwe partijen in het bestuur, zoals de BoerBurgerBeweging (BBB). ‘Dat maakt het soms lastig om de lijn van de vorige termijn door te zetten. Terwijl we vanuit Water Wonen en Natuur (Jannekes waterschappartij, red.) juist harder willen inzetten op zuiveringen en de aanpak van zeer zorgwekkende stoffen, zoals PFAS. Anderzijds vraagt waterbeschikbaarheid nu ook aandacht: we zijn geen veenweidegebied, maar ook wij hebben te maken met flinke bodemdaling en het risico op verzilting. Dat kunnen we niet helemaal voorkomen.’
Jongeren aanmoedigen
Net als Jiska wil Janneke jongeren aanmoedigen om te kiezen voor het waterschapsbestuur. ‘Ik denk dat zeker jongvolwassenen zich er weinig bewust van zijn dat ze hierin een rol kunnen spelen. Terwijl je er veel van leert, je bent betrokken bij je eigen leefomgeving en krijgt meer begrip voor andere perspectieven en belangen. Het geeft veel voldoeding om waarde te kunnen toevoegen aan zo’n maatschappelijk relevant proces.’ ‘Het zou helpen als waterschappen transparanter worden over wat ze doen, meer naar buiten treden en de afstand tot de burger verkleinen,’ denkt Janneke. Ze ziet daarin ook een rol voor werkgevers van buiten de waterschappen. ‘Zij kunnen meer ruimte en aandacht geven aan een bestuursfunctie onder werktijd, ook omdat dit bijdraagt aan de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers. Ik denk dat nog te weinig mensen weten hoe belangrijk, maar ook hoe breed het waterschapswerk is. Het gaat niet meer alleen over dijken en sloten, maar ook over de ruimtelijke ordening van onze woon- en leefomgeving. Die verbreding maakt het complexer, maar ook interessanter om over mee te denken en om besluiten over te mogen nemen.’